Sunday, June 08, 2008

Pluk

Er ligt een dode muis te rotten in mijn tuin. Onder de struik die ‘s zomers altijd vol zit met luizen maar nu nog fier overeind staat vol groene blaadjes. De muis die eerst in mijn huis zat denk ik. Twee weken geleden dribbelde hij nog uit mijn prullenbak, over de houten vloer naar buiten. Stiekem hoopt eik dat hij teug zou komen, voor de gezelligheid. Zou hij gestikt zijn in de rotte peer of een hapje hebben genomen van een watje met nagellak remover. Ik vraag me af hoe hij is gestorven. Ik zal een muizengraf voor hem graven in mijn tuin.
Dan koop ik morgen een konijn. Een konijn wat moet lijken op Pluk. Pluk was het coolste konijn wat ik ooit hem gekend. Pluk was zwart met wit, ongelooflijk nieuwsgierig, nooit saai en heel erg zacht. Wij waren blij met Pluk en Pluk was blij met ons. Echt waar, aan dit konijn kon je zien of hij genoot of niet. Eergisteren op een verjaardag met een konijn in de tuin moest ik ineens denken aan Pluk. Pluk kreeg last van zijn darmen en werd met een spuitje naar de konijnen hemel gebracht. Die dag dat ik het hoorde huilde ik , met mijn rug tegen de verwarming en mijn knieën opgetrokken in mijn studentenkamertje in Amsterdam. Een ander soort tranen, huisdier tranen. Mijn ouders en broertjes hadden pluk bij dierenarts gelaten. Ik heb hem nooit meer gezien. Het groene konijnenhok stond nog een tijdje in de poort bij de tuin van mijn ouders om te wennen aan een poort zonder konijnengetrappel. Ik ben eigenlijk altijd een beetje boos gebleven en Pluk denk ik ook.

Als iets dood gaat laat het je in de steek. Pluk was iemand waarvan ik op aan kon. Als ik thuis kwam na een muffe middelbare schooldag was hij er, altijd. Ik kon met mijn hoofd op hem leunen en hij snuffelde door.
De muis had de tijd niet eens om aan mijn rijst te knagen en Pluk stierf van de ene op de andere dag door een pluk slecht hooi. Over en uit, en we waren pas begonnen.

Van dat wat voorbij is moet je afscheid kunnen nemen. Soms doe ik dat al van te voren, zo kan ik dat tenminste niet overslaan. Maar diep van binnen verlang ik naar iets zachts wat blijft en niet ineens doodgaat of verdwijnt.

Mijn muis zit in de grond en ik sta in de warm zondagochtend zon met natte ogen. Dag lieve Pluk

0 Comments:

Post a Comment

Subscribe to Post Comments [Atom]

<< Home