Tuesday, January 16, 2007

Blauwe billen

Hoog in de stoeltjeslift, met mijn benen in een zeer onnatuurlijke stand probeer ik met verdraaide knieën de skiër naast mij een kus te geven. Onze goggles raken elkaar, ik tuit mijn lippen en raak net die van hem. Romantiek in de stoeltjeslift. Onder ons zoeven de skiërs en snowboarders voorbij. Ooh nee, er is er een gewond, kijk daar allemaal mensen op een kluitje. Wel nee, ze zijn gewoon aan het kamperen en proberen daar hun tent op te zetten. Magisch, die pistes, de kaartjes, de blauwe en rode stokjes, de bochten die ik net nog niet scherp genoeg kan maken waardoor ik soms bijna off piste raak. Mijn billen zijn te blauw om off piste te gaan, ik ben uitgeput, gekreukt en moe. De piste bugles zijn van slushy slush puppy en ik roetsj hier en daar stukjes naar beneden. Mijn allereerste wintersport en ik step nog een stukje.
We zijn met z'n elven en onze appartementen liggen naast elkaar, drie bijna op een rijtje. Kleine huisjes met bedjes kastjes en een vaatwasmachine. Ik heb nog nooit zo veel bij de buren gezeten als nu en de buren nog nooit zoveel bij mij. Het gras is er niet groener maar de geur wel anders. Ik wandel via 610 voor een blikje erwtensoep naar 613 om daar gedag te zeggen en belandt in een discussie over religie en oorlog. Om op praktische wijze bij te dragen aan de wereldvrede belooft men elkaar nooit een ander te zullen doden.
Tijdens mijn eerste kroegentocht dans ik de spierpijn uit mijn lijf en kus ik voor het eerst een skiër,die voorzichtig in mijn kont knijpt, of het nog zeer doet vraagt ie.
Pijn. wat is pijn, pijn is relatief, pijn wordt langzamerhand lekker. Ik ben een bikkel, een gelukkige bikkel, een gelukkige snowboardchick die de sneeuw mist en de buren.