Saturday, April 26, 2008

Wednesday, April 23, 2008

Liefde, zon. Zonnestralen, eindelijk die zonnestralen.
Eindelijk de liefde, warmte. Lief, de zon mijn lief

Tuesday, April 22, 2008

De muis

In een ijzeren prullenbak in de achtertuin, daar zat hij in, de huismuis. Hij was zojuist een tuinmuis geworden. Niemand had hem iets gevraagd en nu zat hij daar, in een oranje plastic zak, tussen de grapefruitschillen, restjes stokbrood en peuken. In het pikkedonker, gedrogeerd door het muizengif en bedwelmd door de geur van het afval. Hij zat er al een tijdje, voor hem een eeuwigheid in muizentijd. De kat van de buren wist wie er in zat zonder dat hij iets had gezien. Ik joeg hem weg en tilde voorzichtig de deksel op, zoals je een deksel op tilt wanneer je weet dat er een muis in zit. Ik kreeg het gevoel wat ik alleen krijg als er een muis in de buurt is. De oranje plastic zak bewoog niet. Ik ontspande, hij was ontsnapt. Hulde aan de tovermuis die zijn lijfje zo plat had gemaakt als een papiertje uit de printer. Wat een slimmerik. Het was stil in de zak. De kat was vertrokken en ik deed langzaam de deksel dicht.
Kraak, twee kleine kraaloogjes. Kijk daar is tie! Hij zit er nog in. Domme muis. De kat hoorde het en kwam terug. Ik liep naar binnen en keek vol verwachting vanachter mijn bord avondeten naar de dichte prullenbak met daarnaast de kat van de buren. De muis wachtte af. Er gebeurde niks. Dus de deksel moest open.
Mijn bord, de tafel, Remco. Een man is niet bang voor muizen. Ik trek mijn handen er vanaf. De deksel was open en ik had niks gedaan. Door het gespannen lijf van de kat strekte mijn armen uit naar mijn knieƫn. Ik zat verstijfd en probeerde mijn snorharen niet te laten trillen. Door het raam zag ik mijn tovermuis op de rand van de prullenbak kruipen. Een stonede garnaal met een staart. De kat was vlakbij en de muis zat doodstil. Nog dichter bij. Hij ziet de muis niet, hij ziet de muis niet!!Het leek een foto. Ik vergat adem te halen en voelde me schuldig en opgewonden tegelijk. Vroeger verbond ik half dode vogels en had ik een wormen ziekenhuis. Vroeger vermoorde mijn vader de huismuizen met een klap van een Pinkeltje boek, verzoop ze in een emmer met water of plette ze ouderwets met een muizenval. Als ik 's ochtends wakker werd voelde het alsof ik mijn schoen had gezet. Er was 's nachts iets gebeurd wat ik niet had gezien. De muis was al opgeruimd voordat ik in mijn pyjama de trap af kwam. Muizen vangen was voor grote mensen. Beteuterd kroop ik achter een beschuitje.

De zwart wit gevlekte kat leek blind maar voelde het kleine warme lijfje trillen onder zijn snorharen. De muis zwaaide nog even naar me en aan zijn lippen kon ik lezen dat hij me de groeten deed. Ik keek weg naar mijn bord Tikki massala. Vroeger was alles beter. Nu ben ik een groot mens. In een flits haakten de poten met scherpe nageltjes in het muizenlijfje en hapten de kaken van de kat dwars door zijn vel. Het geluid van de prullenbak deed mee. De klimop langs de muur ritselde door de sprint van de kat. Een tuin zonder dieren. Het verhaal was uit. Eet smakelijk.